De marathon & ik

0
Leestijd: 4 minuten

Resultaatgerichtheid is mij niet vreemd. Oranje (ondernemer, competitief, ambitieus) is naast groen (mensgericht, sociaal, gelijkwaardig) mijn grootste persoonlijke drijfveer. Tijdens een inspirerende training Management Vaardigheden heb ik samen met mijn team meer mogen leren over persoonlijke drijfveren, die te maken hebben met onze motivatie, houding en waarden. Gezien mijn kleurenprofiel was het dan ook geen lastige beslissing om na een aantal biertjes in de kroeg met vrienden (groen, belangrijk…) mee te gaan in een nieuwe uitdaging; een halve en vervolgens vier hele marathons (redelijk oranje…). Een heel besluit, dat kan ik wel stellen. In ieder geval genoeg uitdaging en dat is tenslotte wat ik zoek. In het vliegtuig naar Oslo, Berlijn & Afrika en gewoon met de intercity naar Rotjeknor om 42,195 kilometer af te leggen. Veel hardloopschoenen, hardloopclubjes, stapel diëten, mierzoete gelletjes, medailles en complimenten verder dwong ik mijzelf het afgelopen jaar even terug te gaan in de tijd. Ben ik trots? Lastige vraag. Het vloog eigenlijk een beetje aan me voorbij. Hoe weet je of je iets doet omdat je het leuk vindt of omdat je jezelf een doel hebt gesteld met bijbehorend resultaat? Daar kwam ik vorig jaar achter, het antwoord vond ik tijdens mijn memorabele renmoment in de storm op de Delingsdijk, rondom mijn geboorteplaats Zierikzee.

De training was weer in volle gang, want de datum naderde van de Marathon Rotterdam. Vol enthousiasme mocht ik weer op de startbaan verschijnen samen met duizenden andere fanatiekelingen. Begrijp me niet verkeerd, ik sta er ook enthousiast, elke keer. En het moment van inschrijven is eigenlijk ook altijd een feestje. De druk op de bevestigingsknop wordt gevierd met wijn en veel blije kreten, “we mogen weer”!  Dan begint het trainingsschema en dat verloopt niet altijd vlekkeloos. Uitstellen, uitstellen, uitstellen. Ik weet niet binnen welke persoonlijke drijfveer en/of kleur dat past, maar daar ben ik ook echt uitermate goed in. Totdat ik in de laatste weken voor de marathon op de meest onmogelijke momenten geforceerd moet rennen. Op vakantie, iedereen genietend van de zon en een goed boek. ’s Ochtends op eerste kerstdag terwijl het huis naar verrukkelijk stoofvlees ruikt en de vrolijke kerstliedjes het huis verwarmden. En mijn moeder bedoelde het dan altijd goed door enthousiast te vragen of ik al lekker ging beginnen met de 30km training. Na een aantal ontwijkende antwoorden vertrok ik met tegenzin, ook al had ik dat natuurlijk volledig aan mezelf te danken. Ik maakte het mezelf zo ingewikkeld omdat de druk op het einddoel lag en niet op de weg er naartoe. Wat nogal een scheve verhouding is aangezien het doel ongeveer 3,5 uur duurt en de weg er naartoe zo’n 2208 uur. Een uur na vertrek van huis strand ik huilend op de Delingsdijk. Zeeland is prachtig, ik ga graag naar huis, maar wanneer het stormt zijn die open weilanden geen pretje. Gevolg, ik kan met moeite het natuurgeweld aan en barst in tranen uit. Helaas was ik nog maar op de helft. Ik heb mezelf hardop afgevraagd waarom ik dit in godsnaam deed. Ik was veel te veel bezig met resultaat behalen zonder plezier. Ik dacht er niet bij na, het werd bijna vanzelfsprekend, nog een marathon en liefst een recordtijd.

Tot Afrika. Ik werkte een half jaar in de townships van Kaapstad voor de organisatie Orange Babies. Na mijn eerste twee weken werken, kwam mijn collega naar me toe met de vraag of ik mee wilde doen aan de ‘Ocean to Ocean marathon’. Het was de meest prachtige route vertelde ze glunderend en het was de perfecte manier om via een hardloopclub de lokale bevolking te leren kennen. Iets wat ik graag wilde. Ik zei ja en heb er geen moment spijt van gehad. Met mijn nieuwe Zuid-Afrikaanse vrienden trokken we erop uit. Zonder trainingsschema, met huilmomenten. De eerste keer dat ik de Tafelberg zag, zakte de moed me in de (hardloop)schoenen en na tien minuten lag ik languit. Maar ik heb zo genoten van het contact dat ik maakte met de mensen, de goede gesprekken, het overweldigende uitzicht, en dat alles in combinatie met de sport waar ik van hou. Het was een spontaan besluit deze keer, niet met als doel de marathon in recordtijd af te leggen. En dat maakte dat ik genoot van alle momenten op weg naar de finish. Ik kan me het stuk bergopwaarts nog goed herinneren dat ik rende met een man van 73 jaar. Ik dacht dat hij een grapje maakte, maar zijn rugnummer verklapte inderdaad 31 eerdere marathons. Hij was apetrots en vertelde me over zijn leven in Zuid-Afrika. Toen we boven aan de berg kwamen gaf hij me een zetje, “laat die ouwe nu maar weer met rust en geniet met die jonge benen van je”. Ik zou hem nooit opgemerkt hebben, wanneer mijn ogen niet van de finish afgedwaald waren. Afrika was een wijze les.

Wat ik in Afrika heb ervaren, kan in Nederland net zo goed realiseer ik me nu. Dat ligt niet aan de Tafelberg of de prachtige zon die er onder gaat. Het heeft ermee te maken dat mijn focus (onbewust) in Nederland lag op doelen behalen, waardoor ik soms vergat ‘onderweg’ te genieten. Het gaat niet om de marathon zelf, maar alles ervoor. Door teveel te focussen op de finish mis je de momenten, de levenslessen onderweg. Wat die stormachtige dag op de Delingsdijk mij ook wilde duidelijk maken, was namelijk dat ik moest stoppen. Stoppen met moeten. Ik vind een doel niet plezierig als ik er niet van geniet het te behalen.  Op weg naar een mooi resultaat wil ik samenwerken, contact maken, mooie verhalen horen, net als op de Tafelberg in Afrika. “The greatest glory in living lies not in never falling, but in rising every time we fall”, sprak Nelson Mandela, mijn Zuid-Afrikaanse held.

Deel dit bericht

Comments are closed.