Grenzen sluiten, miljoenen mensen zitten opgesloten in hun huis, overheden regeren per decreet, landen concurreren met elkaar om schaarse mondkapjes en beademingsapparaten en de economie dreigt in de diepste recessie te storten sinds de Tweede Wereldoorlog. Het moge duidelijk zijn: Begin 2020 is een lang proces van globalisering abrupt tot stilstand gekomen. Door COVID-19 is een unieke tijd aangebroken. De manier waarop we omgaan met het virus en ‘het normale leven’ weer oppakken na de crisis, zal de toekomst van ons allemaal en onze planeet sterk beïnvloeden. Maar wat kunnen wij nou als BV Nederland doen om te zorgen dat we sterker uit de crisis komen?
Om goed te begrijpen wat er nu gebeurt moeten we even terug in de tijd. In 1776 legde Adam Smith de basis voor de moderne economie met zijn boek ‘the wealth of nations’. Zijn visie op wereldwijde arbeidsverdeling, een vrije markt en het verhogen van productiviteit waren de basis waarop een steeds efficiëntere en meer flexibele industrie groeide. Een bloeiende internationale economie was het gevolg. Daardoor is er echter ook een steeds groter systeem van internationale afhankelijkheid ontstaan. Zo bestaan tegenwoordig vrijwel alle producten uit onderdelen afkomstig van allemaal andere fabrikanten uit verschillende landen. Dit zorgt juist nu voor problemen.
Een duidelijk zichtbaar voorbeeld hiervan is toen in januari een groot deel van de Chinese economie vertraagde. Het effect ervan was dat er voor veel bedrijven problemen in hun supply chain ontstonden. Dit kwam niet alleen doordat een groot aantal fabrieken de productie verminderde of tijdelijk stopte, maar ook de consumentenvraag veranderde. Intussen, met de wereldwijde verspreiding van corona, zien we deze problemen in bijna alle sectoren terugkomen. Niet alleen de medische sector, maar ook in de kledingsector, de voedselindustrie en de energiesector waar de olieprijs door te weinig afzet zelfs even negatief is geworden.
Op het moment van schrijven in juni 2020 is de consumentenvraag en productie alweer gestegen, maar zeker niet tot het oude niveau. De toekomst is onzeker en de wereldwijde door overheidswege ingestelde stimuleringsmaatregelen om de economie te beschermen en baanbehoud te garanderen worden steeds kostbaarder. Grootschalige ontslagen en bijbehorende faillissementen dreigen nog steeds.
Dit kan nog een ander onvoorzien effect tot gevolg hebben. Door de verregaande specialisatie van vele bedrijven, is het voor de afnemer lastig geworden om vervangende aanbieders te vinden, in het bijzonder bij ongebruikelijke producten of vaardigheden. (Denk aan dat ene schroefje of onderdeel dat speciaal door een fabriek ergens verweg wordt gemaakt.) Als een groot deel van de beschikbare suppliers dan ook nog eens geografisch dicht bij elkaar liggen, is het risico voor een verstoorde supply chain tijdens een pandemie nog groter.
Ons huidig economisch model heeft dus jaren voor een efficiënt systeem gezorgd, maar datzelfde systeem blijkt bijzonder kwetsbaar. COVID- 19 legt dit nu bloot. Daarnaast is het belangrijk om te bedenken dat we nog niet uit deze crisis zijn en het dus goed mogelijk is dat de komende maanden nog meer van deze kwetsbaarheden aan het licht komen.
Zo zien we bijvoorbeeld ook problemen ontstaan in laaggeschoolde beroepsgroepen, als de vleesindustrie, de schoonmaakbranche en de evenementenbranche. Daarnaast zijn er door grote veranderingen in de consumentenvraag, grote onverkochte voorraden. Denk bijvoorbeeld aan de kledingindustrie, waar enorme soms al volledig geproduceerde orders weer terug zijn gestuurd naar de fabrikant.
Er is echter ook een positieve ontwikkeling door corona. In tijden van crisis gaan mensen namelijk beter nadenken over hun consumptiepatronen. Trends laten zien dat mensen zich afvragen wat ze echt nodig hebben en er wordt nagedacht over waar en hoe de aankoop wordt gedaan, omdat de economische toekomst even wat onzekerder is. Het goed nadenken over of je een product wel echt nodig hebt, is een belangrijke gedragsverandering om de circulaire transitie mogelijk te maken. Afgelopen jaren is die transitie langzaam op gang gekomen. Denk bijvoorbeeld aan de oprichting van Madaster die de verspilling van grondstoffen tegen probeert te gaan met een materiaalpaspoort of, nog praktischer, het circulaire matras van Auping. Wellicht dat dit virus de transitie versneld, doordat deze bedrijven dwingt om anders te produceren en consumenten dwingt om anders te consumeren.
Een mogelijk positief effect van dit alles is dat we een verschuiving kunnen gaan zien in de manier waarop bedrijven hun supply chain inrichten en mogelijk een stap zetten richting de circulaire economie. De uit 1772 stammende centralistische internationale structuren maken ons nu kwetsbaar. Als we zouden bewegen naar een decentrale lokale structuur zijn we weerbaarder. Zo’n structuur zou bijvoorbeeld betekenen dat we minder afhankelijk zijn van andere landen en makkelijker producten kunnen laten repareren of upgraden.
‘Never waste a good crisis’ hoor je nu vaker. Met betrekking tot de circulaire economie is dit wat mij betreft zeker waar. Ondanks dat veel bedrijven in zwaar weer zijn gekomen door de coronacrisis, kunnen Nederlandse bedrijven ook profiteren van de huidige situatie zodat ze later sterk en gezond weer in de nieuwe economie functioneren. Dit kunnen ze doen door deze kans te pakken om meer lokale ketensamenwerking te zoeken. Het gevolg zal een minder kwetsbare economie zijn met kleinere ketens en producten die we beter kunnen repareren, hergebruiken, upgraden en recyclen. Als alle bedrijven dit zouden doen dan kan wellicht de ambitie van onze regering, om in 2050 een volledig circulaire economie te hebben, eerder behaald worden. En laten we niet vergeten dat in dit scenario een schonere lucht en minder drukke wegen een logisch gevolg zijn.