Antoinette Sneeboer, oktober 2022
Op vrijdag 16 september 2022 was het alweer tijd voor de tweede masterclass van de marktgroep Stad, Natuur & Mobiliteit. OchtendMensen-adviseur Antoinette Sneeboer schreef een artikel over deze mooie dag in Rotterdam, die in het teken stond van strategisch omgevingsmanagement.
Bereikbaarheid als knelpunt
Met 23 gemeenten, 2,4 miljoen mensen en 1,2 miljoen banen is de metropoolregio Rotterdam Den Haag een erg belangrijke regio in Nederland. Hoewel de regio nu nog goed groeit, zorgt verdere verstedelijking voor een ingewikkeld vraagstuk dat opgelost dient te worden: Hoe blijven we bereikbaar, nu en in de toekomst, voor de auto, het OV en de fiets? Zonder verbetering van de bereikbaarheid zou structurele filevorming en overvol openbaar vervoer onderdeel kunnen zijn van het toekomstbeeld van de regio. Dit is geen aantrekkelijk vooruitzicht. Deze kwestie is het onderwerp dat op tafel ligt in Rotterdam bij de MIRT-verkenning Oeververbindingen regio Rotterdam. Maatschappelijk belang, ruimtelijke inpassing, participatie en samenwerking komen samen in dit project waardoor het een perfecte casus is voor alweer de tweede masterclass voor OchtendMensen-adviseurs uit de marktgroep Stad, Natuur & Mobiliteit.
MIRT-verkenning Oeververbindingen regio Rotterdam
Op 16 september 2022 werden we ‘s ochtends in het Student Hotel in Rotterdam Kralingen verwacht waar gastheer en tevens TwynstraGudde-collega Niels Vrije ons meenam in het programma. Vervolgens begonnen we de ochtend met een presentatie van twee andere TwynstraGudde-collega’s Jos Kalfsbeek, projectmanager van de MIRT-verkenning Oeververbinding regio Rotterdam en Hanne van Kasteren, assistent-projectmanager MIRT-verkenning Oeververbindingen regio Rotterdam. In vogelvlucht namen ze ons mee in het verleden, heden en toekomst van het project. De huidige fase van het project, de MIRT-verkenning, is de tweede stap in het Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT). Dit is een Rijksprogramma dat elk project in het ruimtelijk domein doorloopt. Momenteel worden de kansrijke oplossingen om de bereikbaarheid op peil te houden of te verbeteren beoordeeld, zodat in het najaar een voorkeursalternatief door de bestuurders kan worden vastgelegd. Om tot een resultaat te komen dat niet alleen van waarde is voor de opdrachtgevers maar ook voor alle betrokken stakeholders speelt omgevingsmanagement een grote rol in het project. OchtendMensen-adviseur Merel Schonagen nam ons daarom vervolgens mee in haar ervaringen als secretaris van het omgevingsmanagementteam voordat we de theorie indoken over strategisch omgevingsmanagement. Op verschillende manieren, o.a. via participatiegroepen en informatiebijeenkomsten, houdt het project alle belanghebbenden op de hoogte en wordt er gevraagd om op verschillende niveaus mee te denken in het proces. Een uitdagende opgave die zowel Niels (oud-omgevingsmanager MIRT-verkenning Oeververbindingen regio Rotterdam) als Merel aan den lijve ondervonden hebben in hun werk.
Van papier naar plek
Met de MIRT-verkenning Oeververbindingen regio Rotterdam als casus gingen we aan de slag met het SOM-canvas (Strategisch Omgevingsmanagement-canvas). Door te dansen over het canvas konden de vlakken worden ingevuld en werd de complexiteit van de MIRT-verkenning ineens een stuk helderder. Na de duik in de theorie rondom strategisch omgevingsmanagement schoof ten slotte Bart Schrijnen aan als woordvoerder van de belangengroep Kralingen aan de Maas om zijn ervaring als bewoner van Kralingen toe te lichten. Met zijn initiatief Kralingen aan de Maas pleit hij voor een betere leefomgeving waar een oeververbinding, ongeacht de vorm, aan zou moeten bijdragen. Zoals gewoonlijk bij de adviseurs van OchtendMensen vroegen we de experts het hemd van het lijf over het gebruik van de tool en over hun eigen ervaringen met omgevingsmanagement vanuit het perspectief van de omgevingsmanager en de burger. Na het in kaart brengen van het project op papier werd het tijd om de indrukken te verwerken en zelf op verkenning te gaan in het gebied. We trotseerden de regen en fietsten langs de Maas om te zien in welk gebied de nieuwe oeververbinding gerealiseerd zou worden. Door op locatie te staan en te visualiseren hoe een eventuele brug in de omgeving zou passen, ging het project echt leven.