Ingrijpende veranderingen in de HBO-wereld

0

Staatssecretaris Zijlstra kondigde vlak voor het weekend flinke maatregelen aan om het hoger beroepsonderwijs een boost te geven: Landelijke examens voor kernvakken van studies, alle hogeschooldocenten moeten minimaal een masterdiploma bezitten en de controle op de kwaliteit van opleidingen wordt verscherpt.

Voor studenten zijn vooral de landelijke toetsen ingrijpend. Het lijkt verdacht veel op een ‘hbo-eindexamen’. Hogescholen vrezen nu voor flinke bureaucratie, waar ook al die opleidingen waar het onderwijs prima in orde is door getroffen worden. Volgens Zijlstra moet de oplossing komen uit landelijke, controleerbare toetsen op kernvakken. Deze kernvakken worden per opleiding vastgesteld. Uit de slagingspercentages is dan natuurlijk veel af te lezen en dat is dan wel weer goed voor (aankomende) studenten: iedere hogeschool zal de beste willen zijn. Deze oplossing is eigenlijk een truc uit de oude doos, want hij is ook al eens toegepast op het middelbaar beroepsonderwijs. Ook daar bestonden twijfels over de kwaliteit, die met centrale toetsen op theoretische kernvakken werden opgelost.

Kritiek op de plannen
Op die plannen voor het hbo geldt dezelfde kritiek die al in het mbo klonk. Dat heeft te maken met de ‘b’ in de naam: beide zijn beroepsopleidingen, en dus gericht op het werkveld. Stages, afstudeeropdrachten bij bedrijven en docenten uit het werkveld horen daar natuurlijk bij. Algemene theoretische toetsen botsen met de opdracht om de studenten beroepsvaardigheden te leren. Hierdoor valt er ook te onderhandelen over de eis dat alle hbo-docenten een masterdiploma moeten halen. Daarmee wordt de deur dichtgegooid voor mensen uit het bedrijfsleven die, misschien zonder master, over veel relevante praktijkervaring beschikken en daardoor goed passen binnen het beroepsonderwijs.

Share.