Op elke hogeschool is natuurlijk weleens wat aan te merken. Er wordt niet aan gezonde lunches voor de leerlingen gedacht, de parkeergelegenheid is aan de matige kant of de lesgebouwen zijn slecht bereikbaar. Maar nog veel belangrijker is de kwaliteit van de opleidingen die de hogeschool aanbiedt. En die laat nog vaak te wensen over.
De Keuzegids hbo legt kritiek en positieve reacties naast elkaar en bepaalt elk jaar aan de hand van een aantal factoren hoe hogescholen en opleidingen over het algemeen scoren. De hogescholen worden daarna gerangschikt op basis van het aantal punten dat ze hebben behaald.
Het staartje
De Hogeschool van Amsterdam heeft het niet getroffen. Andere bronnen hebben zich al eerder zeer negatief uitgelaten over de hogeschool, die met 52,5 punt onderaan de lijst eindigde. Vooral de economische en juridische richtingen worden zwaar bekritiseerd. Deze studies worden in één adem genoemd met de term ‘massaliteit’, waarbij ook wordt opgemerkt dat er te weinig studiebegeleiding lijkt te zijn. Onder de economische stroming doen ‘marketing en sales’ en ‘digital marketing’ het echter wel heel goed, waarvan de laatste zelfs tot de Nederlandse top behoort. De lesstof zou goed aansluiten op de innoverende wereld waarin de afgestudeerde na de studie terechtkomt, waardoor de studie onlangs het e-Academy certificaat in ontvangst heeft mogen nemen.
Ook de sportopleidingen doen het hier erg goed, waarvan de opleiding ‘sportkunde’ zelfs het best scoort op de hogeschool. Zoals ze in Amsterdam zeggen: ‘elk nadeel heb se voordeel’. De HvA staat immers eerste op de lijst wanneer je hem omdraait.
De Hogeschool Utrecht, Inholland en Hogeschool Rotterdam volgen op een halve punt van de HvA en delen daarmee de een-na-laatste plek. Opleidingen die door deze scholen worden aangeboden en onderhevig zijn aan kritiek zijn onder andere journalistiek, commerciële economie en bedrijfskunde. De Hogeschool Utrecht kan echter nog wel pronken met fysiotherapie, technische bedrijfskunde en medische hulpverlening. Deze opleidingen kregen het keurmerk ‘topopleiding’ toebedeeld.
De toppers
Het Windesheim, een aantal jaren geleden nog één van de zwarte schapen onder de Nederlandse hogescholen, heeft zich knap opgewerkt en blijft op de tweede plaats staan. De school heeft met dertien ‘topopleidingen’ het aantal van vorig jaar ruim verdubbeld. Toen kregen slechts zes opleidingen dit keurmerk opgeplakt. Hier gaat het vooral om technische opleidingen; van de acht technische opleidingen staan er liefst drie in de top drie van vergelijkbare opleidingen.
Avans Hogeschool (Breda) doet het nog wat beter en voert de lijst aan. De afgelopen negen jaar verscheen de hogeschool elk jaar in de top-drie en werden maar liefst zes keer eerste. Bij de Avans Hogeschool werden maar liefst elf opleidingen, waaronder hbo-rechten, informatica en werktuigbouwkunde, verkozen tot beste van Nederland.
De ranglijst is gebaseerd op een puntensysteem en is dus niet alleszeggend. Waar sommige hogescholen zeer goed scoren voor bepaalde opleidingen, halen andere opleidingen dit gemiddelde onderuit en kan het dus zomaar gebeuren dat deze school ergens onderaan de lijst bungelt.
