Van rotklus naar droombaan – YSE

0
Leestijd: 4 minuten

Met allebei de deuren wijd open zit ik aan mijn bureau dat uitkijkt op een diepe tuin. De koelte van de ochtend waait naar binnen, de mok koffie naast mijn laptop staat te dampen en een muziekje staat zacht aan. Nu heb ik de stille, effectieve uren van de ochtend die ik thuis werk, straks spring ik op de fiets om samen met mijn collega’s en klanten te werken en overleggen.

Er is maar weinig fantasie voor nodig om me bovenstaande ideale werksetting voor te stellen. Als je zonder grenzen alles zelf mag verzinnen en inrichten is je ideale baan zo vormgegeven. Dan is ‘jobcraften’ (“de fysieke en cognitieve veranderingen die individuen maken in de taak of relationele grenzen van hun werk”) een koud kunstje. De praktijk is helaas anders. In de praktijk staat een deel van je taken gewoon vast (geen ruimte voor pro-activiteit), voel je geen vrijheid om te variëren of staat je eigen mening over ‘wat je zou moeten doen’ je in de weg. Ook in mijn geval, als net gestarte junior consultant in een adviesbureau, is de vrijheid soms beperkt. Toen ik twee maanden geleden hoorde dat ik een tijdje moest wachten op een eigen klantopdracht en afhankelijk bleef van interne of gedelegeerde opdrachten van collega’s, startte ik mijn zoektocht: hoe maak ik van mijn ‘bank-zit-periode’ een toptijd?

In de eerste paar weken van deze baan kreeg ik een kleine vraag op mijn bord. Ik moest twintig filmpjes over klimaatverandering samenvatten en de eigenschappen noteren voor een online cursus. Het eerste filmpje was nog leuk door de nieuwigheid, de tweede minder uitdagend en bij de derde raakte ik langzaam gedemotiveerd. Ze gingen over klimaatverandering op een heel technische manier en hoewel ik dacht dat ze 5 minuten duurden, waren sommige wel 12 minuten lang. Een mooie kans om op zoek te gaan naar de mogelijkheden om uit deze praktische taak inspiratie, energie en waardering te halen.

Het eerste wat ik deed om het leuker te maken voor mezelf was me inlezen op het onderwerp. De inhoud bleek, als ik even de moeite nam om de context en inhoud goed te begrijpen, eigenlijk wel interessant. Daarnaast ontwierp ik na onderzoek bij andere online cursussen zelf ook pictogrammen, verzamelde screenshots van andere sites en verwerkte dat allemaal samen in een werkdocument. Nadat ik goed voorbereid dat voorstel bij mijn collega legde was zij heel enthousiast en besloot ze dat ik dat voortaan inderdaad mocht toevoegen. Door te laten zien dat ze me kon vertrouwen met de inhoud, vertrouwde ze me nog meer ruimte toe (‘building trust’ zouden Berg, Wrzesnieski en Dutton zeggen (2010)).

Mijn eigenaarschap van het taakje vergrootte, maar ik bleef die persoon die slechts op aanvraag aan mijn collega mocht leveren. Totdat zij mij uitnodigde om de volgende keer in de vergadering te zitten van het projectteam mét de klant. De eerstvolgende keer zat ik bij de vergadering en werd mijn input niet alleen serieus overwogen, maar werd ik ook direct gekoppeld aan de medewerker die de webpagina voor de online cursus bouwde. Om teamgevoel te bouwen gingen we samen in hetzelfde document werken om de content, vormgeving én successen te kunnen delen. Hier liep ik wel tegen iets aan. Doordat ik meer ruimte nam in het projectteam, bleef er minder ruimte over voor mijn collega. Achteraf was dat ook wel logisch; als ik aan mijn eigen taak ga sleutelen, dan beïnvloedt dat mijn collega’s. Jobcraften mag dan wel een persoonlijk doel dienen, je moet het samen doen om de baan van je collega’s te respecteren. Vanaf dat moment hebben we daarom vaker even kort gesproken over onze beider behoeftes rondom de taken die we allebei hadden in dit project.

De laatste aanpassing die ik deed was misschien wel de makkelijkste. Ik had de taak veranderd en vergroot en een team verzameld maar ondertussen zat ik fysiek nog steeds alléén in het hoofdkantoor. Op een dag stond ik in de file naar huis terwijl ik niet om een bijzondere reden op kantoor had hoeven zijn, laat staan op een bepaalde tijd naar huis moest. Als ik nu iets meer kon spelen met de werkcontext? De volgende dag startte ik thuis met het samenvatten van de laatste filmpjes. In de middag kon ik op de fiets naar de vergadering met de klant. Na ‘mijn’ onderdeel werkte ik nog even door in het café naast de vergaderruimte waar ik een oud-collega tegenkwam en daar de dag mee afsloot. Ik had precies hetzelfde werk verricht als ik de afgelopen weken op kantoor had gedaan, maar dan in een andere context en wat een feestdag leek deze werkdag!

Hoewel wachten op een opdracht voor een adviseur een tijd van stilstand kan lijken, heb ik juist geleerd om van niets iets te maken. Ik heb taken aangepast en uitgebreid naar aanleiding van mijn kwaliteiten en interesses, ik heb me verdiept in de inhoud en pro-actief aanpassingen voorgesteld, ik heb een team om me heen verzameld, behoeften afgestemd met mijn collega én ik heb gesleuteld aan de juiste werkcontext. En wat ik nog het meeste ga gebruiken in de toekomst haal ik uit het schrijven van dit blog. Toen ik de inleidende fantasie op papier zette realiseerde ik me: iedere startsituatie zal anders zijn, maar het ideale eindscenario is juist ongeveer hetzelfde. Dat opschrijven van een ideale situatie helpt de creativiteit een handje bij het zoeken naar kleine aanpassingen die iedere rotklus tot een droombaan kunnen maken!

Deel dit bericht

Comments are closed.